All Together Now
'All Together Now', het popnummer van de Britse band The Farm, kent iedereen. We zingen het uit volle borst mee op 'was het nu '80, '90 of 2000 - fuiven' of scanderen het in voetbaltempels als hymne van het samenspel. Dat het verwijst naar de mythische Christmas Truce van 1914 ontgaat velen.
'All Together Now' focust op voetbal als een volkssport, subcultuur en een rituele (bijna religieuze) beleving. De sport die elk weekend duizenden fans op de been brengt; talloze cafédiscussies en ja ook – ruzies uitlokt; die inspireert en over continenten heen mensen verbindt.
Dat het mede door deze globale roem een miljoenenbusiness is geworden, getroffen door talloze corruptie- en gokschandalen, valt niet te ontkennen. De schoonheid van het spel kent spijtig genoeg deze duistere kant maar laat het de pret voor nu niet bederven.
De fotograaf Jurgen Vantomme trekt foto's van voetbalvelden en stadions van ploegen uit de lagere klassen in de Belgische divisie. Hij is een fervente 'groundhopper'; gaat fanatiek op zoek naar onbekende speelvelden om ze vast te leggen op gevoelige plaat. Hij documenteert eerder de context, omgeving en omstaanders dan de eigenlijke voetbalmatch.
ls hij dan toch spelers trekt is dat op een heel andere wijze dan de traditionele en sensationele sportfotografie die we kennen uit magazines en kranten. Vantomme heeft oog voor de stilstaande fases, het opkomen van de spelers op het veld of de kantines en cafés met hun vaste tooghangers. Het resultaat is een reeks vervreemdende en soms humoristische beelden.
Eenzelfde fascinatie voor de supporters en hun gedrag is terug te vinden in de werken op papier en de schilderijen van Marc Palmer. Essentieel in Palmers' oeuvre is de zoektocht naar een identiteit wat resulteert in de creatie van een eigen universum.
Als Britse Belg mengt hij zijn fascinatie voor Britse popcultuur met zijn Belgische roots. In zijn werk zijn er talloze verwijzingen naar Liverpool maar hij schrikt er ook niet voor terug om Gentse Buffalo's te portretteren. De bonte mengeling van liedjesteksten, reclamelogo's, verwijzingen naar Engelse pubs en sportcuriosa kan gelezen worden als een kritiek op het fictieve onderscheid tussen hoge en lage cultuur.
Het voetbalstadion is een hedendaagse tempel. Een kerk waar wordt gevierd en gehuild. Het is een niet te missen element in het hedendaagse stadslandschap en essentieel in de beleving van de sport. Robin Vermeersch werkt aan een reeks eigenzinnige stadions in keramiek. Kleine modellen van bestaande voetbalstadions of architecturale constructies ontsproten uit zijn eigen fantasie. Sommige sculpturen schildert hij in felle kleuren, verwijzend naar befaamde werken uit de kunstgeschiedenis. Andere zijn dan weer intieme schaalmodelletjes van wat dorpsvoetbalvelden kunnen zijn.
Als het stadion een tempel is dan is het voetbalveld 'holy ground'. Fans en spelers hebben genoeg aan een stukje grond, wat lijnen en enkelen doelmarkeringen om hun sport te kunnen beoefenen.
Die eenvoudige esthetiek, in combinatie met enkele universeel geldende regels, wordt weerspiegeld in de grafische werken van voetbalterreinen die Robin Vermeersch toevoegt aan de tentoonstelling. Het is dezelfde esthetiek die de foto's van Jürgen Vantomme en het oeuvre van Marc Palmer zo bijzonder en herkenbaar maakt.
Theun Vonckx (De Queeste Art)